Ga naar de inhoud
Home » Blog » De drie lagen van gesprekken

De drie lagen van gesprekken

“We hebben heel vaak ruzie, over de meest stomme dingen, maar om de een of andere reden komen we er nooit uit.” 

Ruzie, we kennen het allemaal -het komt immers in de beste huwelijken voor- maar niemand vindt het echt leuk. Hoewel een flinke ruzie ook, net als een knetterende onweersbui, opgelopen spanning kan laten verdwijnen, gaat het vaak gepaard met veel stress, woede en verdriet.

In veel gevallen is ruzie helemaal niet nodig. Je kunt ruzie zien als uit de hand gelopen, ontspoorde communicatie en daarom is het zinvol om te kijken hoe je door anders te communiceren misschien een ruzie kunt voorkomen.

In de tijd dat ik nog een jonge manager was, deed ik mee aan een training “effectief communiceren” en daar leerde ik over de drie lagen van communicatie. Inhoud, interactie en emotie, dat waren de drie lagen. Van de training weet ik niet zoveel meer maar dat concept bleef wel hangen. Ik ben me pas veel later gaan realiseren hoe nuttig dit model is bij het analyseren van communicatie problemen.

Wat?

Als jonge manager in een technische functie was ik natuurlijk een kei op communiceren in de inhoudslaag. Lekker discusieren over feiten, voorvallen en gebeurtenissen vanuit de gedachte dat er maar één gelijk kan hebben en dat er zoiets als een unversele waarheid bestaat. 

Maar, gelijk hèbben is niet hetzelfde als gelijk krijgen. Met sommige mensen viel niet te praten, bleef de discussie maar in hetzelfde kringetje ronddraaien, of erger, eindigde het met slaande deuren of tranen met tuiten. Lukt het niet in de inhoudslaag, dan moeten we een niveau dieper. Op naar de interactielaag.

Hoe?

De interactielaag laat zien hoe je met elkaar communiceert. Om dat tijdens een gesprek te kunnen zien moet je een denkbeeldige stap opzij zetten. Je kijkt dan naar het gesprek als een onafhankelijke waarnemer. Dan zou je kunnen zien hoe sommige gesprekken niet veel meer zijn dan het uitwisselen van standpunten of hoe mensen elkaar voortdurend in de rede vallen. Het simpelweg beschrijven van je waarneming kan al een echte verandering in het gesprek geven.Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen,“Goh, we komen er niet echt uit hè? We zeggen de hele tijd hetzelfde”.  Een interactie-interventie (want dat doe je) haalt het gesprek weg bij de inhoud en maakt het gesprek zèlf tot het onderwerp.

Waarom?

Maar soms is een interactie-interventie niet genoeg. Dan is het tijd om nog een laag dieper te gaan. En dan komen we bij de emotielaag. Daarin zitten alle gevoelens, angsten, ergernissen etc. Deze emoties hebben een enorme invloed op het verloop van het gesprek en het kan heel nuttig zijn om die emoties te benoemen. Dat kunnen natuurlijk je eigen emoties zijn, maar ook wat je waarneemt bij de ander (“Ik zie dat dit je raakt, klopt dat?”).  Door in het gesprek ruimte te geven aan emoties kan er een heel andere dynamiek onstaan. Hierbij kan de ander zich gehoord of begrepen voelen, maar het kan de ander ook inzicht geven in jouw gevoelens. De gevoels-interventie maakt emoties, overtuigingen of angsten tot het onderwerp van het gesprek en komt daarmee vaak dichter bij de werkelijke problemen.

De kunst van goede gesprekken zit volgens mij dan ook in het gemak waarmee je tussen de verschillende lagen kunt schakelen. Merk je dat het gesprek op de inhoud vastloopt, probeer dan te beschrijven hoe jullie zitten te praten. Wellicht verandert dat iets in het gesprek en kun je weer terug naar de inhoud. Mocht dat niet werken probeer dan jouw eigen emoties onder woorden te brengen of onderzoek de gevoelens van je gesprekspartner. Daarmee kom je misschien bij de werkelijke problemen of blokkades. 

Het klinkt allemaal eenvoudig en het principe is ook niet ingewikkeld. Maar het is nog niet zo eenvoudig om dit op een natuurlijke manier toe te passen. Gelukkig is alles te leren!

Gern Huijberts